
Groenten voorbereiden: reinigen, wassen en drogen
Een goede voorbereiding begint bij propere groenten
In de keuken is hygiëne superbelangrijk. Groenten komen uit de grond, dus zitten vaak vol zand, stof of andere restjes. Daarom leer je in de horeca altijd: eerst reinigen, dan wassen, dan drogen. Hieronder lees je stap voor stap wat dat betekent.
1. Reinigen: wat betekent dat?
Reinigen betekent dat je de vuile of oneetbare stukken verwijdert:
-
Verwijder buitenste bladeren van sla, kool, prei…
-
Snijd slechte plekjes of rotte stukjes weg
-
Snijd het loof van wortelen, radijzen…
-
Haal het stronkje of de steelaanzet weg bij bloemkool, paprika…
Gebruik hiervoor altijd een scherp mesje of een dunschiller, afhankelijk van de groente.
Tip: werk proper en leg afval onmiddellijk in de een GFT bekkentje
2. Wassen: zand, vuil en pesticiden wegspoelen
Na het reinigen was je de groenten onder koud stromend water.
-
Spoel tot het water helder is
-
Gebruik eventueel een grote kom water waar je de groenten in beweegt
-
Voor bladgroenten: meerdere keren spoelen als er veel zand in zit
-
Zet nooit groenten in stilstaand water (daarin blijft het vuil hangen)
Tip: Was groenten altijd vlak voor gebruik, niet uren op voorhand. Dan blijven ze vers.
3. Drogen: zodat je gerecht niet waterig wordt
Natte groenten zorgen voor slappe salades, doorweekte boterhammen of spattende olie in de pan. Dus: drogen is nodig!
Hoe doe je dat?
-
Gebruik een slacentrifuge voor bladgroenten
-
Laat groenten uitlekken in een vergiet
-
Dep ze droog met een propere keukenhanddoek of keukenpapier
Droge groenten zijn veiliger en smakelijker om mee te werken!
Werkwijze.
Onthou zeker dit.
Kropsla reinigen.
Bron: Jumbo

